Door: Jente de Vries (Kromkommer)

Het voedsel is er. Gewoon.

Keurig verpakt wacht het in al haar stralendheid op ons in de winkel.

Daar heb je toch ook gewoon recht op?

Wij zijn tenslotte de klant en de klant is koning.

Niet het land, de aarde of de boer, dat zijn slechts de onderdanen die de koning dienen.

En de koning verwacht beschikbaarheid, keuze, verse producten en vooral geen vlekjes of plekjes.

Kan het ook anders? Niet wij als koning, maar de boer, het land… of beter nog: de afvalbak.

Terug naar de tijd waarin het ‘dagelijks brood’ een centraal punt inneemt.

Jagen en verzamelen, niet in bossen en wouden, maar vuilnisbakken en koelkasten.

Jachtinstinct en overlevingsdrang, de uitdaging…

Maar nee, moeilijk was het niet.

Overvloed en overdaad en nooit ook maar een moment van angst: hebben we wel genoeg?

En toch die blijheid als onze verwachtingen weer werden overtroffen,

met nog lekkerdere, luxere, versere en meer producten.

Die trots dat we al die kilo’s op de fiets weer thuis hebben gekregen.

Door sneeuw en ijs en bepakt en bezakt.

Met 17 kilo mosselen bijvoorbeeld of 100 broden.

Maar wacht even, blijheid?

Het is zo verleidelijk om blij te zijn.

Dat het ons lukt.

Dat we ook onze vrienden van eten kunnen voorzien.

Dat het allemaal zo makkelijk gaat.

Blijheid.

Maar eigenlijk is het natuurlijk om te huilen.

Dat je van afval lekkerder kan eten dan normaal.

Dat er zoveel is, dat je langs de deuren moet gaan om van al die broden af te komen.

En dat de weegschaal na een maand van afval stiekem toch een aantal pondjes meer aangeeft.

Stel je even voor:

  • 236 stuks fruit
  • 75 kg groente
  • 36 kg kant-en-klaar
  • 30 kg vis
  • 18 kilo vlees
  • 418 broden & broodjes
  • 8 stuks beleg
  • 15 liter sap
  • 20 liter zuivel
  • 32 stuks overige zuivelproducten
  • 8.6 liter soep
  • 37 pakketjes kruiden
  • 46 gebakjes, taarten en cakes

In totaal wel 350 kilo eten. Meer dan 10 kilo per dag.

Waardeloos.

Waardeloos en toch zo waardevol.

In onze nieuwe rol van onderdaan van de afvalbak voelen we ons kleiner, nederiger en dankbaarder.

Dankbaar voor wat de afvalbak ons biedt. Het kleine en het grote.

Ons allereerste koekje van de maand.

Lams, coquilles, zalm.

Gebakjes en verse soep.

Maar ook de kapjes, overrijpe mango en donkerbruine banaan.

En een pak yoghurt. Nog maar 3 dagen over datum!

Allemaal waardevolle, kleine cadeautjes,

waar veel handen aan gewerkt hebben

die een lange weg hebben afgelegd van boer tot bord

en waar de aarde de nodige concessies voor heeft gedaan.

Vanavond kijk ik nog eens extra goed naar het eten op mijn bord.

Dankbaar voor al deze kleine cadeautjes van koning afval.

Vanzelfsprekend is het niet.

Daar mogen we best wel eens bij stil staan!